Van een heel andere orde is het filmen van onweer. Ik heb bewegend beeld met geluid altijd al leuk gevonden en zoals ik vaak het geluid van onweer opgenomen heb, is een mooie nabije inslag samen met beeld natuurlijk helemaal indrukwekkend om op te nemen. Maar, zoals je ineens met bewegend beeld te maken hebt nemen, samen met geluid, ook de eisen aan apparatuur toe als je dat een beetje goed aan wil pakken.

Ook hier gaat op dat je er (zeker tegenwoordig) geen dure apparatuur voor nodig hebt om onweer behoorlijk op te nemen. Een gemiddelde camcorder of smartphone doet het tegenwoordig heel aardig. Toch zijn er wel dingen die veel verschil kunnen maken tussen een gemiddelde opname en een super-opname.

Zaken om op te letten voor het filmen van onweer

Wees voorbereid!

Zorg dat de accu's opgeladen zijn, je voldoende tijd hebt op geheugenkaarten om op te nemen en dat de belangrijkste instellingen al gemaakt zijn voordat je met filmen begint. Een statief vast klaarzetten is een goed idee. Vergeet in het geval van een losse microfoon ook die niet aan te sluiten! Dat is misschien wel de stomste fout die ik zelf ooit maakte.

Wat is 'voldoende tijd' op geheugenkaarten? Ik reken zelf al snel een uur. Dat hangt ook van de weersverwachting af. Korte, felle zomerbuien kunnen snel opkomen en zijn ook snel weer overgetrokken. Stevige buien die na een lange periode van warmte overtrekken kunnen veel langer aanhouden of zich groeperen, waardoor het uur veel sneller om is.
15 tot 20 minuten materiaal van een korte bui is vaak wel het maximum. Voor plotseling activerend onweer of onverwacht langer aanhoudend onweer heb je dan nog extra opnameruimte achter de hand.

Voor grote onweersbuien kan het zomaar enkele uren slecht weer zijn en dien je dus meer ruimte te reserveren. Een uur reserveren en een extra uur reserve houden is nooit verkeerd mocht het onweer heviger uitpakken dan je verwacht.

De instellingen die ik gebruik

Hier wordt het wat afwijkend. De camera die ik gebruik, is geen standaard consumentencamera. Diverse instellingen zijn dan ook wat anders. Ik probeer uit te leggen hoe dat op de gemiddelde camera werkt, maar daar kan ik dus naast zitten.

Witbalans en scherpstelling

Zelf film ik bliksem altijd bij witbalans-instelling 'daglicht' (5600k). Dat zal op kleinere camera's vaak een 'zonnetje' als symbool zijn. Op mijn camera is de focus puur handmatig: dat kan niet eens automatisch. Als je camera de mogelijkheid heeft, zet autofocus uit en regel de focus op 'oneindig', of bijna oneindig: dit vergt experimenteren bij daglicht zodat je weet wat je bij duisternis instelt.
Wat op mijn camera 'oneindig' is, kan betekenen dat zaken 200 meter ver onscherp zijn en alles 300 meter en verder haarscherp is. Bij de kleinere camera's zal oneindig vaak voldoende zijn omdat alles na pakweg 50 meter wel scherp is. Vaak zal het symbool voor 'oneindig' lijken op dat van 2 bergtoppen.

Waarom geen autofocus? Omdat de camera dat niet kan als het beeld compleet donker is. De meeste autofocus-systemen werken door twee contrast-rijke delen in het beeld te vergelijken en dan scherp te stellen en te meten wat er met het beeld gebeurt: een scherp contrast betekent dat het beeld scherp is, een contrast dat langzaam van licht naar donker verloopt, betekent dat er niet, of ergens anders op scherpgesteld is.

Zelfs bij daglicht zou ik handmatig scherpstellen, al is het maar om te voorkomen dat invallende duisternis alsnog een autofocus die het heen-en-weer krijgt oplevert.
Daarnaast loop je bij daglicht een risico met filmen vanachter een beregend raam. De camera weet dan niet of jij dat mooie beregende raam in beeld wil of die egaal grijze lucht buiten... Met een beetje pech gaat de camera constant heen en weer regelen tussen de regendruppels en de lucht buiten en zal je zien dat die super-ontlading exact op het moment plaats heeft dat de camera zeer dichtbij scherpgesteld heeft omdat de regendruppels op het raam belangrijker waren.

Film je met een fotocamera, dan loop je risico op een irritant gezoem of getik, afkomstig van de motoren die de autofocus regelen.

Belichting

Als de camera controle biedt over de belichting, stel deze in op handmatig, zelfs overdag. Het voorkomt dat de camera de belichting bij een heldere ontlading snel terugregelt. Hoewel niet elke camera dat doet, gaat het wel steeds sneller. Het makkelijkste is de camera te richten op een punt waarbij je tevreden bent met de automatische belichting en de automatische belichting dan uit te schakelen.

Dingen die je echt niet moet doen

Gebruik in geen geval de night-shot functie! Afhankelijk van de camera kunnen er 3 dingen gebeuren:
1. Het beeld wordt elektronisch 'opgepompt' (elektronische versterking van invallend licht tot wel 25 keer is geen uitzondering)
2. De camera schakelt over op een instelling waarbij het hele beeld groen wordt.
3. De camera verlaagt de frame-rate (het aantal beelden per seconde) of sluitertijd.

In het eerste geval gaat het beeld vaak enorm ruisen, wat ik niet mooi vind.
In geval nummer 2 wordt alles in groentinten opgenomen en elektronisch versterkt. Dat vind ik zelf absoluut niet mooi.
Beide instellingen hebben daarnaast het nadeel dat een plotseling helder beeld volledig overbelicht wordt.
Met een lager aantal beelden per seconde kunnen korte flitsen verloren gaan, daarnaast worden zaken vaak erg wazig bij beweging.

Opnemen en toch ook weer niet: het verleden vastgelegd

Als je al langer onweer filmt (zoals in de tijd dat camera's nog alleen op magnetisch geheugen (cassettes) opnamen), dan weet je ook dat je bij de eerste aankondiging van een goede bui de camera pakte en ging filmen, hopende op die ene mooie klapper.

Maar, de bui zakte kort daarna totaal in, bleek erg tegen te vallen of die mooie klapper kwam gewoon niet. Je had wel 45 minuten of langer aan materiaal waarin niets gebeurde, of (als er wel wat interessants gebeurde) 'die ene goede' zat ergens precies in het midden.
Lang zoeken natuurlijk naar 'die ene' en een groot deel van je bandje gebruikt voor doodsaai materiaal.

Tegenwoordig hebben steeds meer camera's een zogenaamde 'retro-cache' functie, een functie die door elke fabrikant anders genoemd wordt en ook wel 'pre-recording' of 'buffer-recording' genoemd wordt.
Terwijl je niet opneemt, slaat de camera constant beelden en geluid op, maar 'verwijdert' die tegelijkertijd ook weer. Zodra je de opname-knop indrukt, wordt het beeld en geluid van een bepaalde tijd daarvoor ook definitief opgeslagen.

Dat is een uitkomst voor minder actieve buien waarbij doorfilmen vooral veel donker (en saai) beeld oplevert. Waar ik met cassettes nog moest wachten op 'die ene mooie ontlading', kun je met dergelijke functies gewoon wachten op die ene mooie ontlading, rustig de opnameknop indrukken en na de mooie donder de opname weer stoppen en wachten op de volgende.

Uiteraard moet je dan wel zorgen dat de camera de tijd voor de echte opname al stabiel beeld heeft. Als je enkele seconden voor het daadwerkelijke opnemen als een malle rondrent, zoomt of niet scherpgesteld hebt, zul je dat ook in je opname zien.

Een andere valkuil is beslisvaardigheid: zodra je de opname stopt, zal de camera het bestand op het kaartje 'sluiten' en opnieuw beginnen met het aanleggen van een cache. Als je kort na het stoppen van een opname een bliksemontlading van jewelste recht voor je neus hebt en onmiddellijk de opnameknop weer indrukt, kan het best zijn dat je pech hebt en die ontlading verloren gaat, de camera moest immers nog cache opbouwen.
Even wachten met de opname stoppen of maar door blijven filmen, kan dan helpen.

Het voordeel is vooral besparing van je geheugenruimte. In plaats van 1 groot bestand waar maar weinig in gebeurt, heb je kant en klare bestandjes waar precies de bliksemflits en donder inzitten.

Geluid!

Geluid is bij bewegend beeld net zo belangrijk als het beeld zelf.
De belangrijkste tip die ik kan geven voor goed geluid: Open een raam of deur naar de buitenwereld! Als mens hoor je de donder binnenshuis vaak behoorlijk goed, maar de microfoon heeft een beperkt bereik. Harde donders kunnen op een opname in een afgesloten kamer enorm tegenvallen. Een raam of deur zo'n 10 centimeter openzetten scheelt enorm in geluidskwaliteit. Daarnaast maakt de afstand van de camera of microfoon tot de buitenwereld ook uit: hoe dichter de microfoon bij het geopende raam of deur staat, hoe beter de geluidskwaliteit zal zijn.

Ingebouwde microfoons versus losse microfoons

De meeste videocamera's van tegenwoordig nemen ook prima geluid op. Nadeel is dat contactgeluid van de gebruiker soms/vaak goed hoorbaar is, hoe goed je ook je best doet. Onweer gaat daarnaast vaak gepaard met wind. Niets is zo hinderlijk als een filmpje waarbij alleen maar enorme ruis te horen is omdat de microfoon overstuurd wordt door wind. Je loopt daarnaast ook nog risico dat die ene mooie donder volledig verloren gaat omdat de wind sterker is dan de donder.

In mijn ogen is het inschakelen van het 'wind-cut' filter een lapmiddel. Dit filter, dat tegenwoordig op zo'n beetje elke camera zit, is een hoogdoorlaat-filter dat soms enkele standen kent en over het algemeen alle tonen van 120 Hz en lager uitfiltert of flink dempt voordat deze opgenomen wordt.
Niet alleen is windruis nogal een frequentierijk geluid (je blijft het dus met ingeschakeld filter nogal duidelijk horen), het verhelpt ook niet dat de microfoon alsnog de volle laag krijgt. Daarnaast bevatten donders vaak veel lage tonen die je wel wil kunnen horen.
Als je camera er een aansluitmogelijkheid voor heeft, is een losse microfoon de aangewezen oplossing voor beter geluid.

Een losse microfoon geeft vaak een wijder stereobeeld dan die op de camera. Daarnaast is een losse microfoon vaak veel beter te beschermen tegen de wind. Een windfilter (plopkap, ook wel een dead kitten genoemd), is prima verkrijgbaar en kan zorgen dat wind tot pakweg windkracht 3 of 4 volledig onhoorbaar wordt. Daarboven zul je het alsnog horen, maar het zal nog niet zo erg zijn als zonder filter.
Er zijn overigens wel plopkappen voor hogere windsnelheden, maar de prijs is er ook naar. Vaak zijn die ook niet verkrijgbaar voor kleinere externe microfoons, maar alleen voor professionele microfoons.

Automatisch gesleutel aan het geluid? Beter niet!

Nog een tip: schakel, als dat kan, automatische regeling van het geluid uit. Dat heeft vaak verschillende namen en soms is de functie ook verschillend.
Een zogenaamde 'Limiter' doet eigenlijk niets met het geluid, maar grijpt pas in als de ingang (bijna) overstuurd wordt. Dan regelt elektronica het volume terug. Dat kan goed gaan, maar mijn ervaring is dat het net te traag is voor onweer. Daarnaast vervormt het geluid er nogal eens door omdat het elektronisch aangepast wordt.

'Automatische Volume Regulatie' is een andere bekende term, in het Engels heet dat AGC: Automatic Gain Control. Simpel gezegd is dit een soort oppomp-functie voor geluid. Bij weinig of heel zacht geluid, zal de camera het volume opschroeven. Bij plotseling hard geluid regelt elektronica het geluidsniveau onmiddellijk terug. Het voordeel is dat je als luisteraar minder geneigd bent het volume harder te zetten op stille momenten, het nadeel is dat dynamiek nogal verloren kan gaan. Een rustige regenbui met een harde klap onweer wordt kwa geluid een stortbui en de indrukwekkende donder valt in het niet omdat de camera snel terugregelt.

In de praktijk doet de ene camera dit veel beter dan de ander. Voor mijn part schakel je, als dat kan, deze functie uit. Vergeet het volume echter niet tijdig terug te regelen als wind of regen een stuk sterker zijn dan aan het begin van je opname.

Filmtips

Hoewel deze tips eigenlijk algemeen toepasbaar zijn, kan het geen kwaad ze zeker voor onweer in acht te nemen.

Blijf van de zoomknop af. Tenzij er echt iets speciaals gebeurt (een brand ontstaan na een blikseminslag, ik noem maar wat) zoom je er op in, anders laat je het gewoon. Wil je toch zoomen, doe dat snel en hou het ingezoomde shot even vast (vier tot acht seconden). Zoom daarna weer uit. Niets is zo saai als een beeld waar tergend langzaam in- en uitgezoomd wordt.

Kan je camera niet snel (of niet snel genoeg naar je zin) in- en uitzoomen, knip dit er dan later uit, tenzij in het zoomen die ene mooie klap volgt.
Tenzij het onweer echt op grote afstand is waardoor je zeker weet dat je met inzoomen beter beeld krijgt dan zonder, heeft het weinig zin. Daarnaast heb je veel sneller last van beweging als je ver ingezoomd bent. Daar helpt stabilisatie goed tegen, maar mijn camera heeft die niet.

Laat niet teveel de hele wereld zien. Hoewel het verleidelijk is om alles te willen laten zien, werkt het in de praktijk vaak erg storend voor de kijker als je als filmer niet weet welke richting je op wil kijken.

Constant ronddraaien, van links naar rechts gaan (en vice versa) en veel omhoog en weer omlaag, is vaak niet prettig. Zet de camera op een statief en draai zo nu en dan eens een andere kant op, meer niet. Je loopt ook risico net die ene mooie ontlading te missen en omdat de kans dat je die mist net zo groot is bij de camera in een vaste positie houden, pleit niets voor veel beweging.

Opknippen dat beeld! Terwijl jij in extase de onweersbui gade slaat en opneemt en je dus niet echt een keus hebt (immers, als jij 'die ene mooie flits' wil opnemen, moet je wel) heeft je kijker wel de keus om het filmpje te stoppen en iets anders te gaan doen omdat het filmpje te weinig interesseert.

Tenzij het als een malle aan het flitsen of donderen is laat je het beeld voor wat het is, anders knip je het op in delen en je laat alleen de beste flitsen zien. Daarbij kun je spelen met het geluid door dat door te laten lopen en de beste flitsen achter elkaar te plakken. Wees niet te bang hier en daar een donder te gebruiken, ook al heeft die geen relatie tot de flits. De kijker zal er hoogstwaarschijnlijk niet bij zijn geweest. Uiteraard moet je geen knalharde donder plakken onder een flits die duidelijk verder weg is. Andersom moet je ook geen zeer nabije blikseminslag voorzien van diep gerommel op kilometers afstand.

Let op met slow-motions. Die ene mooie ontlading wil je nóg eens laten zien, maar dan vertraagd. Ik vind een slow-motion helemaal niet erg, maar overdrijf het niet door eerst op halve snelheid en vervolgens op een kwart snelheid af te spelen. Gebruik alleen de kwart snelheid: grote kans dat je je kijkers anders alleen maar irriteert.
Ook een punt: laat het geluid bij een slow-motion gewoon doorlopen. De vertraagde beelden leg je dus gewoon over het originele geluid heen. Vaak gebeurt er toch niets interessants tijdens de donder. Ik vind zelf niets zo irritant als een slow-motion waarbij ook het geluid vertraagd hoorbaar is.

'Als ik onweer film, zie ik de flitsen vaak nooit goed in beeld.'

Vooropgesteld dat we hier niet praten over flitsen die gewoon net buiten beeld vallen, denk ik dat er met een smartphone gefilmd is. Die tasten de sensor lijn voor lijn af en bliksemflitsen zijn vaak te kort om volledig weer te geven, in tegenstelling tot echte videocamera's, die volledige beelden in 1 keer opnemen en veel beter in staat zijn bliksemflitsen op te nemen.