Een van de basisschakelingen in de elektronica is de zogenaamde astabiele multivibrator. Astabiel slaat op het feit dat de schakeling geen stabiele toestand kent. Er wordt steeds gewisseld tussen de een en de ander.

Uitleg over het schema

De schakeling is bij inschakeling in een onbekende staat, maar voor de uitleg nemen we aan dat T1 als eerste geleid.
Via weerstand R3 en potmeter P2 zal er een basisstroom naar T1 gaan vloeien, waardoor T1 een stroom van collector naar emittor kan laten lopen. Als gevolg daarvan gaat LED 1 aan.

Terwijl dat gebeurt wordt via R2 en potmeter P1 condensator C1 opgeladen. Zodra deze voldoende opgeladen is, zal er een basisstroom gaan lopen en transistor T2 opengestuurd worden.

De basis van T1 wordt via C1 zijn stroom ontnomen en spert. LED2 gaat aan. Daarna zal C2 weer opgeladen worden en zodra deze ver genoeg opgeladen is, zal T1 opengestuurd worden en T2 sperren en begint het van voor af aan.

Frequentie

Afhankelijk van de capaciteit van de condensators of elco's en de weerstanden, kun je de snelheid variëren van heel langzaam tot onzichtbaar snel, wat ook wel de frequentie genoemd kan worden.
De spanning is zodanig dat het op alles tussen de 4,5 Volt tot 12 Volt werkt. Voeding door een kleine zonnecel is dan ook geen probleem.

Toepassingen en variaties

De getoonde schakeling is een bekende kandidaat om in de modelbouw te gebruiken om allerhande zaken te laten knipperen.
Met het verdraaien van de potmeters zul je zien dat je de aan- en uit-tijden van beide LEDs kunt beïnvloeden, waardoor je een stroboscoop-achtig geflits op kunt wekken.
Door het simpelweg weglaten van 1 van de twee LEDs, hou je een enkel knipperlicht over. De weerstand dient te blijven zitten.

Schema en onderdelenlijst

De astabiele multivibrator (schema)

D1-D2 = LEDs, rood
R1-R4 = 1k
R2-R3 = 10k
P1-P2 = 250k lin.
C1-C2 = 10 uF
T1-T2 = BC 547