Modelbouw - Giethars en zijn mogelijkheden
Toen ik aan een fietsenstalling (in model uiteraard) begon, heb ik, als ondergrond een zakje met plasticplaat met stoeptegelmotief van Brawa gekocht.
Dat is leuk voor een klein stukje, maar als het op is moet je een nieuw plaatje kopen. Omdat de modelbouwzaak voor mij niet om de hoek zit is dat in twee opzichten een nogal dure optie.
Kopiëen maken uit giethars
Op internet kwam ik een artikel tegen van iemand die dergelijke onderdelen met siliconenrubber en giethars repliceerd. Naar aanleiding van dat artikel besloot ik dat ook te proberen.
Net zoals in het internet-artikel kocht ik mijn spullen ook bij Poly Service, die toevallig een winkel in Amsterdam bleken te hebben. Een vrije donderdagmiddag werd opgeofferd om in een soort snoepwinkel voor kunststof-techniek rond te lopen en de juiste spullen aan te schaffen.
Boodschappenlijst:
- Siliconenrubber PS 81020
- De harder voor het bovenstaande rubber (ik zou gaan voor de gewone 'langzame harder' PS81020)
- Giethars PS115 A en B component
- Een assortiment maatbekers en roerhoutjes
- Als je dat handig vind, latex handschoenen
Het begint met het maken van de mal. Van hout of piepschuim maak je een bakje waar het origineel zodanig in past dat je aan alle kanten ongeveer een centimeter overhoud.
Na hout en piepschuim ben ik overigens snel overgestapt op bakjes van het blauwe vloerisolatie, want daar heb ik toch nog genoeg van over.
Daarnaast is het schuim veel buigzamer, wat wel handig is om de mal te verwijderen. Hout en piepschuim had ook nog het nadeel dat het redelijk in de poriën ging zitten en daardoor vrij stevig vast zat.
Lijm het te dupliceren origineel in het bakje vast met secondelijm of een paar druppels houtlijm.
Tot nu toe heb ik de originelen steeds met houtlijm vastgelijmd, maar in de tot nu toe laatste mal heb ik secondelijm gebruikt.
Een aantal originelen had echter voorgemonteerd glas, wat door de secondelijm dof geworden is. Houtlijm was er waarschijnlijk zo af te krabben geweest, maar ja, te laat.
Rubber aanmaken
Dan is het tijd om het rubber aan te maken. Het kan handig zijn hierbij beschermende kleding te dragen, want gemorst rubber is moeilijk te verwijderen!
Reken uit hoeveel je ongeveer nodig hebt en onthoud de mengverhouding van het rubber en harder. Je hebt 5 % procent harder nodig en 95 % rubber, een verhouding van 1:20.
De eerste mal ging perfect, op het feit dat het origineel toch niet zo goed vastgelijmd was als ik dacht, na.
Mijn eerste te dupliceren object was een stationsdak uit een bouwpakket van Faller. Achteraf was het beter geweest de mal rechtop staand te maken, zodat de mal niet in kan zakken en de onderkant van het dak tenminste ook op de juiste manier behouden blijft bij het gieten.
De tweede mal ging mis: Na uitharden (24 uur na het volgieten van het bakje) was de mal aan de bovenkant nog steeds zo vloeibaar dat het rubber aan je vingers bleef plakken bij voorzichtig testen of het al stevig geworden was.
Bij de derde mal was het hetzelfde verhaal, terwijl ik het rubber en de harder toch zoals voorgeschreven afgemeten had. De vierde mal zou een wat grotere mal worden dan de eerste 3, dus had ik uitgerekend dat ik 20 milliliter harder nodig had, voor 400 milliliter rubber.
Al bij het uitschenken kreeg ik het vermoeden dat ik ergens een rekenfoutje gemaakt had. Van de 400 milliliter gberuikt ik uiteindelijk maar 280 milliliter, een redelijk duur foutje overigens.
De harder had ik afgemeten en wel klaar staan, maar ik wist natuurlijk niet hoeveel ik dan precies moest hebben voor 280 milliliter rubber.
Ik heb dan ook maar op gevoel de harder toegevoegd en de dag erna had ik eindelijk weer een mal die niet meer half vloeibaar was, maar gewoon stevig en 'droog'. Vanaf nu houd ik dan ook maar aan net iets meer harder toe te voegen dan voorgeschreven, want dat lijkt de sleutel tot een goede mal te zijn.
Let op: het siliconen rubber lost niet op in water of terpentine en gaat ook amper van je handen af. Als je het handig vind zou je daarom latex handschoenen kunnen gebruiken.
Een voordeel: het mengsel is vrijwel reukloos. Er zullen vast niet zulke gezonde dampen vanaf komen, maar het is natuurlijk handig als niet de hele ruimte waar je de mal maakt naar oplosmiddelen meurt.
Voor het perron van de baan die ik aan het bouwen was, wou ik een aantal plaatjes stoeptegelmotief hebben. Ze allemaal kopen was een optie, maar wel erg prijzig. Ik goot een stuk of 20 plaatjes uit giethars en was min of meer klaar. Er moest alleen nog een kleurtje op.
Andere motieven
Een ander idee is om van Plastruct of Evergreen een plaat met straatmotief te kopen. Deze zou je, als je dat wil, allemaal in de winkel kunnen kopen, maar het gaat natuurlijk om het dupliceren via de giethars methode.
Om eens wat te experimenteren met het zelfbouwen van huisjes heb ik plaatmateriaal van Auhagen gekocht, met baksteenmotief, 'wilde-steen' motief (hoe dit precies heet weet ik niet) en een dakpan-motief. Vooral het dakpan motief vind ik er erg realistich uitzien en vind ik een uitgelezen motief om een gietmal van te maken.
Daarnaast heb ik van Plastruct een zakje met 2 styreenplaten met straatstenen in visgraatmotief gekocht. Ik was van plan deze samen met alle andere onderdelen in 1 grote mal te gieten en die later op te delen.
De 'megamal'
Samen met nog wat andere onderdelen heb ik de hierboven beschreven platen in een megamal gegoten van bijna 1,3 liter rubber.
Na 24 uur leek de mal goed gelukt, maar bij het loshalen ervan bleek ik op precies de juiste plekken gedrukt te hebben. Op een paar plekken bleken toch weke plekken te zitten, waar het rubber nog aan de vingers bleef plakken.
Daar heb ik een paar druppels harder op gedruppeld, een behandeling die niet heel veel zoden aan de dijk zet. Beter is gewoon goed te mengen.
Wederom 24 uur later kon ik de mal lossen. De 'wilde steen'-motief plaat, de baksteen plaat en de dakpannen plaat zijn allemaal gelukt.
Bij de klinkerplaat met visgraatmotief ben ik voorzichtig geweest. Hier bleek nog steeds (gelukkig aan het uiterste einde) een weke plek te zitten. Het rubber bleef niet meer plakken, maar vormvast was het allermnist.
Ik heb er nog wat harder op gedruppeld, maar bedacht een tweede methode.
Botox voor mallen.
In een van de keukenlades lag al een tijdje een injectiespuit (met naald). Die had ik ooit, na wat vragen aan de KNO-arts over injectiekuren tegen hooikoorts gekregen, maar ja, wat moet je er mee.
Ik pakte bewust die injectiespuit en vulde deze met een klein beetje harder uit het flesje.
Dat heb ik op verschillende plekken geïnjecteerd in de mal.
LET OP: injecteer steeds kleine hoeveelheden, want de harder vertoont weinig neiging zich binnenin het rubber te verspreiden. Eenmaal te veel geïnjecteerd, krijg je het er vrijwel niet meer uit.
Egale afgietsels, een probleem?
Bij de bestrating van het perron van Laagdreef stuitte ik op het probleem dat de replica's uit giethars geen platte onderkant hadden en daardoor geen mooi vlak perron opleverden.
In het echt is een straat ook niet prachtig vlak, maar zo golvend en scheef als het perron van Laagdreef, dat kwam in het echt niet voor.
Het gevolg was dat sommige treinen op de perronsporen bleven steken, omdat ze met opstaptredes en andere uitstekende onderdelen het perron raakten, dat op sommige plekken een goede 3 mm omhoog stond.
Om een egale replica te krijgen is het een oplossing om een dubbele, maar daarmee nogal complexe, mal te gieten. Bij dunne materialen is het vullen van de mal echter niet gemakkelijk. De giethars is dikvloeibaar en luchtbellen hebben weinig neiging op te stijgen in het mengsel.
Naast het feit dat een dubbele mal moeilijk is om te maken, is het lossen van een afgietsel ook niet gemakkelijk. De oplossing is om de mal uit 2 delen samen te stellen, die na het gieten op elkaar gedrukt worden, maar ook dat soort mallen zijn een stuk complexer.
Ik bedacht een andere manier, namelijk het gebruiken van de bovenkant (de gladde kant dus) van een andere mal.
Van het stoeptegelmotief had ik namelijk al eens eerder een mal gemaakt, maar die bevatte een luchtbel en was dus best bruikbaar, maar niet als je een vlekkeloos plaatje stoeptegels wou hebben. Daarom goot ik een tweede mal, die wel goed lukte. De bovenkant van de eerste mal gebruik ik nu om het geheel plat en egaal af te werken.
Na het gieten van de giethars is het zaak de andere mal voorzichtig bovenop de andere te leggen en het teveel aan giethars eruit te drukken. Het te snel neerleggen van de afdekkende mal resulteert in het opsluiten van luchtbellen, die uiteraard het afgietsel verknoeien.
En na voorzichtig aandrukken van de bovenste mal kan het geheel uitharden, en ziet het er (rechts) zo uit.
Hoewel ik het over egale afgietsels heb, zal een afgietsel dat op deze manier geproduceerd word lang niet zo egaal zijn als een afgietsel dat echt uit een 'dubbele mal' afkomstig is. Desondanks is het resultaat veel beter dan wanneer de mal niet afgedekt wordt, al vereist het wel enige oefening.
Na het uitharden kan de afdekmal verwijderd worden en is het afgietsel met slechts zeer dunne gietvliezen 'verbonden' met de overtollige hars, die over de randen van de 'echte' mal gelopen is.
Het is dus niet alleen een simpele manier om egale afgietsels te maken, de afgietsels hoeven ook minder nabewerkt te worden.
De ideale mengbeker
Een probleem met het mengen van de giethars is de mengbeker. Daarvoor kan je een dure maatbeker nemen, maar die kan je slecht schoonmaken. Met wat pech kun je 'm na 1 maal gebruik zelfs al weggooien.
Iets wat ik een jaar á anderhalf volgehouden heb, is het mengen in plastic koffiebekertjes. De bekertjes hadden een prima maat en na gebruik, als de hars uitgehard was, wierp je het bekertje toch weg.
Dat ging lang goed, tot er blijkbaar iets aan de samenstelling van de kunststof veranderde, want een nieuwe verpakking van exact hetzelfde merk, gaf ineens problemen. Ineens werd, een paar minuten na het mengen van de 2 componenten, het bekertje helemaal week. Het was te vervormen en bij het oppakken bleef de onderkant op de ondergrond achter. Je trok het vervolgens met lange draden volledig uit elkaar.
Omdat ik niet wist wat de effecten van het oplossende plastic van de bekertjes op het gietharsmengsel waren, ben ik gestopt met de koffiebekertjes. Maar ja, wat dan?
Het mooiste was iets flexibels: ik heb lopen denken aan het gieten van een rubberen beker, maar dat heb ik, gezien de complexe gietvorm die ik moest maken, toch maar niet gedaan.
De oplossing kwam in me op toen ik bij de Blokker de oven-producten bekeek. Tegenwoordig zijn siliconen bakvormen het helemaal, zelf ken ik eigenlijk alleen de metalen vormen met anti-aanbak laag.
Maar, het spul was flexibel en gemakkelijk te reinigen en als het de hitte van een oven kan hebben, kan het ook de warm wordende giethars aan: ideaal dus!
Voor iets van een tientje kocht ik een exemplaar met 6 muffin-holtes. De kleur rood vond ik eerst niets, maar blijkt bij het reinigen toch wel handig te zijn.
Ik heb het thuisgekomen natuurlijk meteen geprobeerd en inderdaad, dit is toch wel de oplossing. Na het uitharden kun je de resten makkelijk verwijderen en kan je met een simpel stukje papier de laatste vettige resten verwijderen. Daarna is de 'mengbeker', op te slaan, of meteen weer te gebruiken.