Deze loc kocht ik toendertijd als vervangende trekkracht voor m'n Lima Hondekop-bakken, waar ik toen nog geen motorwagen voor had.

Tijdens het wachten op andere ombouw-operaties besloot ik dit model ook maar aan te pakken. Er zijn nogal wat punten die verbeterd kunnen worden. Zo kloppen de sluitseinen niet, ontbreekt het derde frontsein en zitten de roosters in de zijkanten niet hoog genoeg in het model. De stroomafnemers zijn nogal simpel uitgevoerd.

Overzicht van de werkzaamheden


kap van Lima 1600, ontdaan van onderdelen voor het starten van alle werkzaamheden Een belangrijk detail is dat ik de hoek die de frontramen maken ten opzichte van de neus niet aan ga passen. Dat is een zeer ingrijpende operatie waar ik niet eens aan wil denken. Wil je desondanks alle bovenstaande punten ook aanpakken: weet waar je aan begint!
De vormen die je aan de diverse stukjes styreen moet vijlen zijn behoorlijk complex en vooral in het vele vijlwerk en het controleren van de vorm gaat veel tijd zitten.

Het begin

Eerst maak ik de lok volledig kaal. Stroomafnemers, isolatoren, het rooster op het dak, alles kan los van deze lok. Vermoedelijk konden de buffers ook losgenomen worden maar die heb ik waarschijnlijk vastgelijmd in m'n kindertijd, toen ik me begon te ergeren aan de losrakende onderdelen.

Het begin: de front- en sluitseinen die er nu zitten, haal ik volledig weg met een zijkniptangetje.

kap van Lima 1600, ontdaan van front- en sluitseinen door met een zijkniptang aan de gang te gaan Na het wegknippen van de seinen is het vreemde 'bord' dat ook op de neus aanwezig is aan de beurt: ik heb dat met een scalpel gedaan.

Vlak boven het originele nummerbord zit een vreemde verhoging. Ook die haal ik weg, wederom met een scalpel.

Uiteindelijk moet het er zoals hiernaast uit zien: alleen het originele nummerbord en de 2 contactdozen bijna uiterst links en rechts, mogen blijven zitten.

het witte aangezicht van de kap van de 1600 na een eerste laag Motip primer Na het aanbrengen van plamuur moet er even geschuurd worden, om daarna een laag primer aan te brengen, om te zien hoe ik het gedaan heb. Ik moest nog wat extra plamuur aanbrengen, om daarna de boel glad te schuren.
Vervolgens weer een laag primer. Daarna kon het gat voor het derde frontsein geboord worden.

Voor het boren verdient het overigens aanbeveling eerst met een priem-achtig stuk gereedschap een centreer-gaatje te maken, en te beginnen met een klein boortje (0,6 mm of iets dergelijks) voordat je naar een grotere maat gaat.
Op die manier loopt de boor niet weg.

Alles is glad: tijd voor het aanbrengen van de nieuwe seinen.

Ik maak die uit dik styreenplaat: het derde frontsein is vrij makkelijk. Dat is een rechthoekje met een gat er in, schuin naar boven afgevijld en vervolgens de schuine kant in een lichte V gevijld.

Vastlijmen van de nieuwe front- en sluitseinen op de kap van de Lima 1600 Boor eerst, knip of zaag het onderdeel daarna pas uit.
In omgekeerde volgorde heb je een onmogelijk klein stukje om nog in te boren. Verpruts je het boren, dan heb je daarnaast niet voor niets zitten vijlen.

Omdat de gaten in een 1800 van Roco ook de 2 millimeter benaderen, houd ik dezelfde maten aan voor de Lima: de tweede reden is dat de LEDs die ik voor de verlichting wil gebruiken dezelfde diameter hebben.

Op de foto is het derde sein al vastgelijmd, en ben ik bezig de voorbereidingen te treffen een van de houders voor het front/sluit sein te positioneren en vast te lijmen.

Het witte stripje styreen dat je ziet liggen zorgt voor de juiste hoogte ten opzichte van het 'voetenrekje'.

Masking-tape op seinhouder Na juist positioneren, plak ik een stukje masking-tape over het onderdeel, om het op z'n plek te houden. Het penseeltje waarmee ik de lijm aanbreng kan het van z'n plek duwen.

Als na een kritische controle op de positie van de houder alles goed bevonden wordt, kun je het stripje styreen wegtrekken en voorzichtig wat Plastic Weld toevoegen.

Doe dat NIET met het penseeltje dat aan de dop vastzit... dat is veel te grof voor dit soort zaken.
Een gewoon fijn penseeltje doet het veel beter en laat niet een enorme hoeveelheid lasmiddel los.

Kap van lima 1600 met nieuwe aangelijmde seinen op het front Na hetzelfde geintje voor de linkerhouders herhaald te hebben, begint het zowaar al ergens op te lijken.

De linkerhouder lijkt overigens niet recht te zitten, maar zit dat toch echt: de schaduw-werking van de flitser doet het symmetriebeeld geen goed.

En dan hetzelfde werk voor de andere neus. Het is niet het leukste werk: vijlen... controleren, nog eens vijlen, weer controleren, toch nog wat vijlen, weer controleren...

De vorm die je moet vijlen aan de houders is best moeilijk: de kop loopt schuin naar beneden toe af, en ook nog links (of rechts) naar achteren af: die vorm moet je dus zien te vijlen in de houders en dat moet dan ook nog recht komen te zitten en op precies dezelfde hoogte en afstand uit het midden...

In een zeilklem geklemd styreen werkstuk, om er een front/sluitsein van te makenIk zei het al eerder: weet waar je aan begint...

Op de foto ben ik bezig met een van de gecombineerde front- en sluitseinhouders. Je zult al snel merken dat het vijlen van de ronde vorm niet makkelijk is, maar dat het vijlen opzich vooral snel kramp oplevert in je vingers.

Een oplossing is om het stukje materiaal in zo'n 'marktklem' van mini-formaat te klemmen: op die manier vijlt het een stuk prettiger. Op een boortje van 2 millimeter klemmen kan ook: je bent op die manier wat wendbaarder, maar je voorkomt er alsnog de kramp mee.

Inmiddels zou ik hier een handbankschroefje voor gebruiken, maar die had ik ten tijde van deze ombouw nog niet.

Aanpassen van de roosters in de zijkanten

Hierna begon ik aan de roosters aan de zijkanten. Achteraf was het slimmer geweest om daar eerst mee te beginnen en daarna pas de front- en sluitseinen aan te brengen, maar om dit verslag niet volledig overhoop te gooien, beschrijf ik alles maar in de volgorde zoals ik ook gewerkt heb.

De roosters moeten er uit omdat de 1600 van Lima niet veel meer is dan een omgespoten Franse loc. Daardoor zitten de roosters een millimeter of twee te ver naar onderen. Om dat te verhelpen snij ik beide roosters los. Dat gebeurt a-symmetrisch, zodat het uitgesneden rooster vervolgens alleen maar omgedraaid en weer vastgelijmd hoeft te worden.

kap van lima 1600 vóór en ná het lossnijden van de roosters in de zijwanden Het witte spul is een gietmal van een ander model, die toevallig mooi in de kap gepropt kon worden om te voorkomen dat ik de kap kapot druk.
Precies onder de dakrand moet het rooster losgesneden worden, de andere snee moet precies tegen de onderkant van het rooster aanliggen. Op die manier krijg je een strip materiaal (het rooster) die je in theorie alleen maar om hoeft te draaien om daarna vast te lijmen.

De zijkanten bij de roosters heb ik gezaagd, om beschadiging van het dak door een eventuele uitschieter met de scalpel te voorkomen. Een fijn figuurzaagje en een boortje voor het maken van een gat is het enige dat je daarvoor nodig hebt.

Het snijden is een vermoeiende kwestie. Het is een herhaaldelijk werkje van snijden, mesje optillen en weer herhalen...
Kom niet in de verleiding te denken dat je op een gegeven moment door de al aanwezige groef wel meer kracht kan zetten. Een scalpel is vlijmscherp en heeft er geen enkele moeite mee ineens naar links of rechts uit te wijken.

Uiteindelijk wordt het materiaal aan de binnenkant van de kap wit. Met voorzichtig buigen is het rooster vervolgens uit te breken en na het hele proces voor de andere kant herhaald te hebben, kun je door de kap heen kijken zoals op de foto.

Een nieuw rooster

Het terugplaatsen van de roosters is normaal gezien niet zo moeilijk. Uitsnijden, de kap en het uitgesneden materiaal een beetje bijwerken, een strip in de kap lijmen en het rooster weer terugplaatsen.

Bij mij was echter een van de roosters ooit behoorlijk beschadigd geraakt bij het werken aan de baan. Een harde les als 13-14 jarige: Houd je materieel uit de buurt als je met gereedschap bezig bent!
Een uitschieter met een schroevendraaier leverde een flink aantal krassen en vernielde richels van het rooster op.

Daarom was het bij mij zaak om op de een of andere manier aan een nieuw rooster te komen.
Ik besloot een mal te maken van het goede rooster, om er vervolgens van giethars een replica van te maken. Zeker met een andere ombouw in m'n achterhoofd zou de mal niet alleen voor dit model een uitkomst bieden.

Dat bleek nog niet makkelijk! Niet alleen heb ik met het gieten last van een euvel waar ik wel vaker last van heb, namelijk 'na-reactie' van een afgietsel, waarbij het gegoten deel op 1 of meer plekken na een paar dagen ineens weer week en kleverig wordt, maar vooral het geheel luchtbelvrij krijgen is uitermate moeilijk.

Wat tegen veel luchtbelletjes helpt is om direct na het volgieten van de mal met een satéprikker door de hars te gaan en over de verschillende richels van het rooster te wrijven. Zo gaan veel luchtbelletjes eruit, maar een volledig luchtbelvrij afgietsel heb ik er nog niet mee bereikt. Het is dat het rooster zwart wordt waardoor ik denk dat de kleine belletjes in het afgietsel dat ik nu op het oog heb, niet op zullen vallen.

Het plaatsen van een nieuw rooster

richel op kap en op afbeelding eronder, richel verwijderd Voordat het rooster teruggeplaatst kan worden moeten de randen even bijgewerkt worden: door het snijden is het materiaal opzij geduwd, wat een lelijke richel tot gevolg heeft. Een platte sleutelvijl maakt er korte metten mee.

Een lichtbron is trouwens erg handig voor het controleren op dit soort richels: op de foto hiernaast kan je duidelijk zien dat er een richel uitsteekt. Strijklicht werkt hier het handigst voor.

Waar je boven de rand nog ziet, is deze onder inmiddels weg. Doe dit echt voordat het rooster er terug in gaat. Met het rooster op z'n plek kom je er lastig bij en de kans dat je het rooster beschadigt is erg groot.

Met Plastic Weld ingelijmde styreenstrip voor inlijmen van rooster in zijwand En dan met een strip styreen van een millimeter dik, geknipt uit een plaat, met wat lijm aan de binnenkant van de kap bevestigen. Zoals te zien is heb ik niet zo recht geknipt, maar daar zie je als de lok dicht is toch niets meer van.

Maak deze strip niet zo 'hoog' als de kap zelf! De onderbouw valt binnen de kap en heeft een rand die anders met de ingelijmde bevestigingsstrip in de knoop komt.

na inlijmen van styreenstrip even kijken of het gietharsrooster wel past in de zijwand Even passen met het gegoten rooster: dit was vooral om te kijken of het kleine deel van de wand dat aan het rooster vast zit, gelijk lag met de kap.


Rooster in de grondverf

giethars rooster in de grondverf om te controleren op luchtbellen Omdat ik tot nu toe dacht dat de luchtbelletjes waarschijnlijk niet op zouden gaan vallen heb ik maar een bus primer gepakt en het rooster in de grondverf gezet, zodat ik er later een laag zwarte verf op kan spuiten.

Een groot nadeel is dat de spuitnevel eigenlijk te grof is voor de fijne richels: het is lastig om de primer ook dekkend tussen de richels in te krijgen.

Een laag zwarte verf leverde overigens op dat de luchtbelletjes amper opvallen: alleen als je het model voor je neus hebt staan, onder de juiste licht-inval, zie je de belletjes zitten, verder vallen ze niet op.

Nadat ik het rooster even zwart gespoten had en bleek dat de luchtbelletjes amper opvielen, wou ik het rooster in gaan lijmen. Bij het loshalen van het afplakband bleef er echter een vreemde plakkerige laag achter op de plekken waar alleen primer zat. De primer bleek nog week te zijn, of was dat weer geworden door het afplakband.

Het werd in ieder geval een klonterige bende van verf en de lijmlaag van het afplakband. Ik wilde de lijmlaag eraf hebben en pakte een papiertje wat ik bevochtigde met alcohol.
Al snel merkte ik dat ook het papiertje aan de kleverige zooi bleef plakken. Binnen de kortste keren was het probleem nog erger geworden dan het al was.

Ik pakte m'n airbrush en was van plan die te vullen met alcohol. Ik vergiste me in het flesje (wat best opvallend is, want het flesje met aceton is van glas, dat met alcohol van kunststof) en goot per ongeluk aceton in het cupje.
Ik haalde de trekker over en meteen ontstond op de plek waar ik de airbrush op gericht had een kalee plek. De verf die er zat was er af geblazen door de airbrush!

Na nog 2 keer bijvullen van het cupje was het rooster weer als 'nieuw'
Doe dit ALLEEN met onderdelen van giethars! Andere kunststoffen worden geheid zo week dat je ze gemakkelijk met de hand kan vervormen!

Nieuw plamuur

Om het voetenrekje bij te werken wou ik, uiteraard, plamuur gaan gebruiken. M'n tubetje Tamiya Putty was alleen aan de oude kant: het spul was te dik om nog goed aan te kunnen brengen op die moeilijke plaats.
Dus naar de modelbouwzaak om een nieuwe tube te halen, maar door (vermoedelijk) een EU regeltje kan ik het spul in m'n reguliere winkel niet meer krijgen.

Nou... dan moeten we maar, in de hoop dat dat voorlopig wel verkrijgbaar blijft, overstappen op iets anders. Ik koos voor de 2 alternatieven in de betreffende winkel: Humbrol Model Filler, en Revell Plasto.

Over Humbrol kan ik kort zijn. Dit spul vertoont sterke neiging te schiften in de tube. In plaats van plamuur komt er eerst olie uit en met wat geluk daarna iets dat op plamuur lijkt. De eerste keer dat ik gebruikte spoot het spul bijna op de kap van de 1600, omdat ik niet voorbereid was op zulk vloeibaar spul.
Vergeleken met het spul van Tamiya stinkt het ook nog eens behoorlijk.

Slecht aangebrachte Revell Plasto plamuur op de naden rondom het rooster van de 1600 Gelukkig bleek het Plasto van Revell makkelijker te verwerken. Het lijkt op Tamiya's Putty, met als enige verschil dat Plasto sneller hard lijkt te worden. Putty kan ik kort na het aanbrengen nog extra uitsmeren, terwijl Plasto meteen klonterig wordt en rolletjes vormt als ik een poging doe het meer te verspreiden.

De hiernaast staande afbeelding is dan ook het resultaat van de eerste plamuur-actie met Revell, overigens losgelaten op de naden rond het rooster.

Het giethars-rooster heb ik voor het inlijmen meerdere malen met de achterkant over een houtje bedekt met grof schuurpapier (korrel 80) gehaald, omdat de dikte van het gegoten deel niet helemaal overeenkwam met die van de al aanwezige wand van de kap.

Ik meende dat het dun genoeg was, maar dat bleek helaas na inlijmen van het gietstuk toch niet het geval te zijn. En ja... dan is secondelijm geen leuk goedje.
Met veel kracht zetten en bruut snij- en breekwerk heb ik het rooster er weer uitgekregen, met slechts een kleine breuk in het al gedane plamuurwerk aan het originele rooster aan de andere kant.

Na nogmaals schuren van de achterkant van het rooster bleek ik inderdaad wel erg voorbarig gehandeld te hebben en lag het rooster veel mooier in de zijwand. Het gaf me ook de mogelijkheid om het rooster ongeveer 0,75 mm naar links te verplaatsen. Na de eerste lijm-actie bleek het toch niet helemaal in het midden te zitten.

Het voetenrekje

Ik ben daarnaast begonnen met het dichten van het voetenrekje onder de seinen. Al doende kwam ik er achter dat het betreffende rekje op het model een glooiing heeft en niet de V-vorm bezit die eigenlijk gewenst is. Omdat het aan elke kant dichten van de 2 gaten al moeilijk genoeg is, ben ik niet van plan de vorm juist te maken.

Het plaatsen van stukjes styreen om de boel op te vullen is overigens niet makkelijk. Je hebt weinig ruimte voor je vingers of een pincet, dus bedacht ik wat anders.

stripje styreen aangebracht om gat van voetenrek op de koppen van de 1600 te dichten In plaats van het stukje precies passend op z'n plaats te lijmen (met de risico's van lijmvingers of vastzittende pincetten) neem ik een langer stripje styreen en vijlde dat in de breedte op maat, zodat het precies in het gat past. Dan lijm ik het vast, om het na voldoende droging, voorzichtig grof op maat te knippen en vervolgens te vijlen.

Op de foto hiernaast zie je zo'n langer stukje styreen: het 'lipje' geeft houvast om het stukje materiaal met 2 vingers op z'n plaats te houden en met de andere hand lijm toe te dienen, al moet de kap van de lok dan wel ergens in vastzitten, want anders kom je eigenlijk een hand of vingers te kort.

Tijdens het bouwen bedacht ik dat het slimmer was geweest als ik gewacht had met het plaatsen van de seinen: met de seinen die al aan 1 zijde aangebracht zijn is er nog minder ruimte om te plamuren en te schuren, en die ruimte is al schaars...

Als tussenstap besloot ik te kijken of ik acceptabele seinhouders kon maken. Ik heb dat geprobeerd met dun koperdraad, dat ik om een boortje van 2 mm dikte wikkelde, en vervolgens in ringetjes knipte, die ik dan weer dichtsoldeerde.

Na het dichtsolderen was het een kwestie van de soldeerlas bijvijlen en vastlijmen: geen leuk klusje met zulke kleine onderdeeltjes.

Koperringetjes op 2 millimeter boor en aangelijmde ringetjes op de 1600-kop, als sein-afwerking De eerste paar exemplaren heb ik zonder enige bewerking op de houders gelijmd, met secondelijm, maar echt tevreden was ik er niet over. Echt stevig vast zat het ook niet overigens.

Na 1 kant gecompleteerd te hebben ben ik daarom alles weer gaan verwijderen en heb 1 kant van de ringetjes plat gevijld. Met de platte kant heb ik ze daarna op de houder gelijmd. Het zat steviger, maar ik was er nog niet helemaal tevreden over. Ik heb ze verwijderd en ben aan het zoeken naar andere mogelijkheden.

Omdat ik de handgrepen aan de zijkanten van de loc ook wil vervangen door echte exemplaren, moesten deze uiteraard eerst verwijderd worden.
Met een scalpel was het snel gedaan, maar ik kwam er op een gegeven moment achter dat de lak op dit model zo dik is dat ik er met de scalpel laagjes van kon 'snijden' (het komt meer op een soort fileren aan)

Toen ik dat bemerkte, besloot ik dat alle originele verf eraf moest. Het was natuurlijk handiger geweest als ik dat in eerste instantie had gedaan, maar de frontseinen nu weer weghalen en weer aanbrengen zag ik niet zitten.

Restant van verf onder een laag plamuur, zichtbaar met strijklicht Ik ben eerst met alcohol aan de gang gegaan, maar dat duurde me eigenlijk te lang. Nadat ik las dat spiritus ook werkt, heb ik eens een fles spiritus gekocht. En inderdaad, dat ging een stuk sneller.

Het was alleen even afwachten of het ook veilig was voor de diverse lijmverbindingen die ik al gemaakt had, maar ook dat bleek geen probleem. Wel lijkt het plamuur iets aangetast te worden, maar met zekerheid kan ik dat niet zeggen.

Toen na een paar dagen weken en heel veel borstelwerk met diverse tandenborstels het grootste gedeelte van de verf verdwenen was, bleek hoe dik de laklaag was: op de plekken waar al plamuur zat kon de spiritus uiteraard niet doordringen, dus daar zat nog verf.
Hiernaast de richel tussen de plekken waar wel verf zit en waar de verf verwijderd is.

Ik moest opnieuw het schuurpapier ter hand nemen en besloot nu eens nat te gaan schuren. Iets waar ik juist vanwege het feit dat je er water voor nodig hebt, een hekel aan heb. Het gaat echter wel veel sneller dan zonder, daar kwam ik al vrij snel achter. Het resultaat lijkt ook gladder dan schuren zonder water.

minieme richel op de koppen van de Lima 1600, richels die weggeschuurd worden Het plamuren met het spul van Revell heb ik inmiddels beter onder de knie. Het is echt een kwestie van aanbrengen en er vervolgens niet meer aankomen tot het uitgehard is. Diverse richels moesten toch nog een laagje plamuur krijgen en zodoende werd ik er steeds beter in.

Iets wat ook aangepakt wordt zijn de naden op de kop. Op het deel dat de seinen draagt zit aan de zijkanten een vreemde naad. Of het gietnaden zijn of naden die bij het franse model daadwerkelijk aanwezig horen te zijn weet ik niet, maar op het nederlandse model horen ze in ieder geval niet thuis. Op de foto hiernaast de betreffende naad, die in het echt beter te zien is dan op de foto.

Wordt vervolgd!

29-1-2014: Betere kapbevestiging, werkzaamheden aan de dak-opbouw en stroomafnemers.

De Lima 1600 die omgebouwd wordt, naast Roco 1823 en foto van het dak van een 1700 loc Nadat ik al een hele tijd niets aan deze loc had gedaan besloot ik me er toch weer eens op te storten. Op de foto hieronder zie je de Lima met op de achtergrond een Roco 1823 en een foto van het dak van een 1700-loc.
Dit overigens alleen voor de foto. In werkelijkheid houd ik de Roco zoveel mogelijk bij het modelbouwgeweld vandaan, om beschadiging te voorkomen.

Het hele ombouw-idee was een beetje op de bevestiging van de kap blijven hangen.
Na lang wikken en wegen, dit soort ombouw-operaties zijn soms net flessen wijn die lang moeten rijpen, besloot ik toch voor m'n eerste kap-bevestigings idee te gaan, in de vorm van een schroef in het midden van de onderbouw, die in een bus in de kap bevestigd zou worden.

Echt een andere keus had ik ook niet. De onderbouw, een zwak punt van deze loc, is ernstig doorgezakt in de lengterichting en vermoedelijk door het gewicht getordeerd bij het gat voor de motor.

Gat in de onderbouw voor schroefbevestiging van de kap van de 1600 Als je wel eens andere Lima-locs van binnen hebt gezien, valt meteen op dat de constructie van de 1600 onderbouw erg slecht ontworpen is.

In het midden, tussen het draaipunt van het stroomopnemende draaistel en het motordraaistel, ligt 1 gewicht van maar liefst 200 gram. Dat is, met alleen klemnokken onder de cabinedeuren, die zich aan het einde van de kap bevinden, vragen om moeilijkheden.
De 1200 van Lima, waarbij een vergelijkbaar gewicht geplaatst is, heeft wél klemnokken in het midden, die uitzakken van de onderbouw voorkomen.

De schroef in het midden zorgt ervoor dat de onderbouw weer recht geduwd wordt. Dat maakt een stevige bevestiging van de schroef wel noodzakelijk en daardoor viel ook de keus op een M3-schroef in plaats van M2. M4 was eigenlijk mijn eerste keus, maar kreeg ik niet onopvallend weggewerkt aan de onderkant van de onderbouw.

Allereerst heb ik de kap op de onderbouw geprobeerd te plaatsen. De strips die ik in de zijwanden gelijmd heb om de roosters andersom te kunnen bevestigen, zijn natuurlijk te laag geplaatst. Ik heb van de onderbouw enkele millimeters weg moeten snijden om de kap tot de juiste hoogte te kunnen laten zakken.

Van styreen strip van 2 millimeter dik en 6,3 millimeter breed heb ik, ongeveer ter hoogte van de cabinedeuren, steuntjes gemaakt waar de kap de onderbouw ontmoet. Omdat de onderbouw zo enorm krom is, is het vastschroeven niet makkelijk.

Voor de kap bedacht ik een plaatje styreen van 2 millimeter dik, waar in het midden een stukje styreen buis gelast zou gaan worden.
Van 2 mm dik styreen plaat heb ik een plaatje gesneden dat iets breder was dan de ruimte tussen de 2 zijkanten van de loc, waarbij ik rekening hield met de styreenstrips die er ter ondersteuning van de opnieuw ingelijmde roosters in zitten.

Stuk styreen-buis met schroefdraad, ingelijmd in dak van 1600, voor bevestiging van de onderbouw Na wat vijlwerk tekende ik zo goed mogelijk het hart van het stukje styreen uit en zaagde er een sleuf van ongeveer 4 mm dikte in. Daar zou weer een styreen buisje van 4 mm dikte in gelast worden waar ik M3 schroefdraad in had getapt. Dat tappen heb ik vóór het lassen gedaan, om grote krachten op de lasverbinding te voorkomen.

Met flink veel Plastic Weld heb ik het plaatje in de loc gelijmd. Ik heb het eerst vastgeschroefd aan de onderbouw en daarna de kap eroverheen geschoven. Via het gat waar de motor zit kon ik genoeg lasmiddel aanbrengen en wist ik zeker dat het recht zou zitten.

Ik zaagde het buisje af op een lengte die nog wat ruimte over liet maar bij het eerste passen bleek dat ik het buisje exact op de juiste lengte had gezaagd. Ik had geen rekening gehouden met de verlaging van het chassis waar het gewicht in ligt en daardoor bijna een centimeter extra lengte oplevert.

Andere stroomafnemers

Op het dak van de 1600, kijkend naar de plek van de verwijderde bulten van oude Lima stroomafnemers Op het dak heb ik ook de nodige zaken aangepakt. Na het bewerken van de Lima stroomafnemers, wat er echt goed uitzag, heb ik toch gekozen voor Roco stroomafnemers zoals die op de 1823 te vinden zijn.

De aangepaste Lima afnemers waren opzich best aardig, maar het mechanisme waar alles in scharnierde was gewoon erg grof. Omdat ik de isolatoren waar de stroomafnemer op steunt wou vervangen, ging ik voor de Roco.
Het mechanisme daarvan is veel fijner en kan daardoor zonder dat het echt storend wordt, 'hoog op de poten' op het dak gemonteerd worden.

Hiernaast heb ik de eerste zaken weggesneden met een scalpel. Het verhoogde gat rechts heb ik uiteindelijk ook nog gedicht en vervolgens verwijderd.

Gedichte gaten van oude Lima stroomafnemers op het dak van de 1600 Verder betekende het het wegsnijden van alle bulten en gekkigheden die rond de Lima afnemers te vinden waren. Ook 4 gaten, waar allerhande dingen zaten die niet op de Nederlanse lok thuishoren, zijn gedicht.

De gaten van de Roco-stroomafnemers liggen 1,5 millimeter naar achteren verschoven ten opzichte van de Lima-isolatoren.
Ik heb de gaten daarom gedicht en met wat plamuur afgewerkt. Het gat voor de schroef ligt juist zo'n 1,5 millimeter naar voren ten opzichte van het originele bevestigingsgat.

Oude Lima-isolator De steun-isolatoren voor de stroomafnemers had ik kunnen kopen, maar ik besloot gebruik te maken van 6 dak-isolatoren die ik van een sloop-Lima had verwijderd. Linksboven zie je er 1 liggen.

Ik knipte allereerst het 'klem-V'tje' af, dat zie je rechtsboven.

Daarna boorde ik een gaatje van 1 millimeter dwars door de isolator heen, door de isolator met een pincet aan het oogje vast te pakken (m'n vingers spaar ik liever) (linksonder)

Daarna knipte ik het oogje af. Met een stukje koperdraad van dezelfde dikte en styreenbuis van 2,4 millimeter dik, maakte ik het steuntje voor de isolator en het 'richtpinnetje' voor het frame van de stroomafnemer (in het frame van de stroomafnemer zitten gaatjes waarmee het onderdeel precies op de juiste plek gemonteerd wordt en niet meer kan schuiven of draaien) (rechtsonder)

Ingekorte Lima isolator op stuk styreenbuis gelijmd Met wat secondenlijm fixeerde ik het koperdraadje in het buisje. Voor de isolator gaat het niet veel doen, want dat is PP of PE, een kunststof die zich amper laat lijmen. Daarnaast zal de stroomafnemer 'm in de toekomst toch prima op z'n plek houden en klemt de isolator al een beetje op het draadje, dus kwijt raken is er ook niet zomaar bij.

Op het dak boorde ik 3 gaatjes voor de isolatoren en later een gaatje voor het bevestigingsschroefje.

Ik heb er geen foto van omdat ik er ook geen mal voor heb kunnen maken. Het mechanisme van de Roco-afnemers is mooi fijn, maar de steunpunten van het frame ervan liggen erg 'hoog', wat betrouwbaar meten erg moeilijk maakt.

Lima isolatoren op buisjes, gemonteerd op het dak, met Roco stroomafnemer Na het vastschroeven is dit het resultaat. De isolatoren zijn overigens niet geheel naar werkelijkheid. Eigenlijk zou de grote 'schotel' van de isolator onderop moeten zitten en de kleine boven. Daarnaast zijn de isolatoren eigenlijk te grof, maar het is beter dan de minuscule Lima isolatoren.

Aan het schroefje wil ik nog wat veranderen. Ik zit eraan te denken om het hart van het schroefje weg te slijpen, zodat alleen het einde van het schroefdraad overblijft. Meer dan de stroomafnemer op z'n plek houden hoeft het schroefje niet te doen, dus de rest van het schroefdraad wordt toch nooit gebruikt.

Naast een mysterieus kastje op het dak, vlakbij de ventilatie-opbouw, ben ik ook bezig met het maken van 2 overspanningsbeveiligingen. Die zitten wel op het grote voorbeeld en op de Roco, maar ontbreken op de Lima, vermoedelijk omdat het een overgespoten Franse lok is.

Nieuwe ventilatie-opbouw

Nieuwe ventilator opbouw voor Lima loc, van Roco, gevonden bij MCH Hilversum Voor de rest van het dak vond ik in een rommelbak bij MCH te Hilversum een ventilatie-opbouw van een Roco 1800 loc. Die is gedetailleerder dan de Lima-variant. Voor enkele euro's mocht ik het, met een bergje andere onderdelen, meenemen.

Ik denk dat het rooster omgewisseld is met een variant die er beter uit zag. Aan beide zijkanten zaten enorme gietnaden en aan 1 kant zat zelfs een soort deuk, alsof er bij het gieten iets misgegaan was. Een scalpel, schuurpapier en plamuur maakten korte metten met deze oneffenheden.

Voordat het nieuwe rooster geplaatst kon worden moest ik wel flink boren, zagen en schuren, want de klemnokken zaten uiteraard niet op dezelfde plek.

Om het model nog enig gewicht te geven moet ik het gewicht dat origineel aanwezig was, zo goed als doormidden zagen. Het motorhuis ga ik zo goed mogelijk vullen met lood zodat dat ook weer op gewicht komt (de originele motor krijgt z'n gewicht vooral van de ringvormige magneet)

Ook dien ik nog iets te verzinnen op het uitzakken van de bodem aan de zijdes van de cabines. Daar zit nu geen klemnok of schroefje, waardoor de onderbouw eventueel andersom uit kan gaan zakken. Zeker rond het zwaarste onderdeel, de motor, is dat een risico.

Als ik ook de overspanningsbeveiligingen af heb, kan ik langzaam gaan denken aan het afmaken van de kap, om me op het innerlijk te kunnen storten.

Een electriciteitsbuffer, om de lok over vuile stukken rails te helpen, staat in de planning. Twee assen nemen van beide rails stroom af, de wielen bij de motor slechts van één. Ook vanwege de slechte gewichtsverdeling blijft het daarom wat kritisch.
Ik hoop de wielen allemaal te vervangen, omdat de messing exemplaren erg gevoelig zijn voor oxidatie.

Wordt vervolgd!

06-02-2014: Kapbevestiging en een gewichtige zaak...

Nadat ik de kap goed kon bevestigen was het tijd geworden om het gewicht aan te pakken. De nieuwe kapbevestiging maakte nadenken over een ander gewicht noodzakelijk, het origineel paste er niet meer in.

Iets meer dan de helft van het originele blok metaal moest er vanaf. Geen probleem, dat zaag ik wel even.
Nou, mooi niet dus. Het zagen koste me een uur en leverde meer poeder dan spanen op en het laatste stukje heb ik zelfs maar afgemaakt door een platte schroevendraaier in de sleuf te steken en de 2 delen uit elkaar te buigen, net zolang tot het brak, zo zat was ik het zagen.

Daarna hoefde er 'alleen' nog maar een gat in voor de schroefbus. Vier boortjes, een aantal druppels spiritus, een lege accu van de schroefmachine en een half uur later was ik er nog steeds niet doorheen. Het spul was kneppelhard en na 4 millimeter leek het alsof je op een kiezel in beton stuitte.

Van m'n vader nam ik nog de tip ter harte vanaf de andere kant te gaan boren (ik was op de helft) maar daar was het, met nieuwe boortjes, na 2 millimeter ook afgelopen.
Zelfs een extra harde boor, normaliter gebruikt in CNC machines die - volgens de fabrikant - door constructiestaal moet kunnen boren in combinatie met échte boor-melk zette geen zoden aan de dijk: er was geen doorkomen aan.

Gewicht van daklood in midden van Lima loc Ik vond het welletjes, heb alles opgeruimd en het blok metaal in de prullenbak gedonderd.

Met daklood, normaliter gebruikt door dakdekkers en dergelijke, ben ik het lege gat gaan inleggen. Met allerlei strookjes en plakjes lood van ongeveer 1,5 millimeter dik kwam ik uiteindelijk op een gezond gewicht van iets meer dan 100 gram voor het midden van de lok.

Naast dit gewicht komt er ook flink wat extra gewicht op het stroomafnemende draaistel te rusten. Met hetzelfde daklood stapelde ik net zo lang tot ook op dat draaistel zo'n 100 gram ruste. Een nadeel is dat ik ruimte moest houden voor de bevestiging van het draaistel en 2 draadjes van de stroomafname.

Motorhuis gevuld met dunne repen daklood om het gewicht zoveel mogelijk te vergroten Het motorhuis heb ik met dun gewalst daklood gevuld. Ik heb er met een scalpel dunne stroken van gesneden en ben net zo lang strookjes in het motorhuis gaan plooien tot de motor er vrijwel klemvast in zat.
Daarmee heb ik het gewicht op zo'n 85 gram gekregen. Dat is dus alleen het gewicht van het complete motordraaistel inclusief motor. Het gewicht in de loc zelf en het gewicht dat op het stroomafnemende draaistel zal rusten, komt er nog bij.

Bij nader inzien heb ik het gewicht in het motorhuis teveel aan 1 kant geconcentreerd. Ik heb 2 extra plakken lood gesneden die ik aan de andere kant van de motor wil bevestigen. Hoe weet ik nog niet, maar ik vind vast een oplossing. Hiernaast zie je de reepjes lood duidelijk zitten, naast de motor met het messing bevestigingsbeugeltje.

Nieuwe kapbevestiging afgerond

Een andere kapbevestiging is klaar. De kap wordt nu niet alleen in het midden maar ook bij de cabines aan de onderbouw vastgeschroefd.

Oorspronkelijk zaten er 2 metalen lampjes in dit model, in een 'fitting' die met een soort klinknagel aan de onderbouw vastgemaakt was. Die lampjes zijn uiteraard verwijderd, evenals de fitting, maar het gat wat overbleef bleek perfect om een schroefje doorheen te kunnen steken.

Kapbevestiging in de kop, met styreenstrip in de breedte. Ook een steun voor de onderbouw zichtbaar In de koppen heb ik een vrij dikke styreenstrip gelijmd (wederom met lekker veel Plastic Weld) en dat goed laten uitharden. Daarna heb ik de onderbouw in de kap geplaatst en met een stiftje de gaten afgetekend. Met een boortje heb ik in beide strips een gat van 2,5 millimeter geboord.

Met voorzichtig 'tappen' past daar een plaatschroefje van 2,9 x 4,5 mm in. Het is een kwestie van voorzichtig schroeven, even terugdraaien en weer een stukje verder draaien. Plastic Weld is sterk, maar bij 2 verschillende kunststoffen houdt de belasting op de las ergens een keertje op.

Met het vastschroeven bij de cabines is de onderbouw met 3 schroeven stevig verbonden met de bovenbouw.

Op de strips heb ik voldoende ruimte om printjes voor de verlichting onder te brengen. De witte nok die je rechts ziet zitten is bedoeld om de onderbouw recht in de bovenbouw te monteren. Zonder kreeg de kap de neiging om scheef te zakken.

Details op het dak aangebracht

Overspanningsbeveiliging en ventilatie-schacht uit styreen bovenop het dak van Lima 1600 Ik heb de laatste hand gelegd aan het dak: de isolatoren van de stroomafnemers zijn vastgelijmd met Plastic Weld en de ontbrekende details zijn met diverse stripjes styreen van Evergreen gemaakt.

Twee overspanningsbeveiligingen en iets wat waarschijnlijk een ventilatie-opening is, zijn aangebracht. In tegenstelling tot de Roco heb ik deze onderdelen niet demonteerbaar gemaakt maar met Plastic Weld voorgoed verbonden met de bovenbouw.

Hiernaast zie je een van de overspanningsbeveiligingen en iets dat op een ventilatie-schacht lijkt. De maten heb ik gebaseerd op het Roco model. Het enige wat ik niet heb zijn de zeer fijne isolatoren die eigenlijk aan de overspanningsbeveiliging gemonteerd horen te worden.

In de volgende update:

Nadenken over het verfraaien van de front- en sluitseinen, de eerste stappen op het gebied van de elektriciteitsvoorziening binnenin de lok (onder andere het stroombuffer) en een knoop doorhakken over de motor.

Wordt vervolgd!

23:35 25-9-2014: Frontseinen, elektra en verlichting

Voordat ik over kon gaan tot het aanbrengen van de verlichting van deze lok, moest ik eerst echt nadenken over het uiterlijk van de frontseinen zelf. Zo, kaal met de witte styreenblokjes als enige huis voor de seinen, ziet het er niet uit.

Daar moest ik wat beters voor verzinnen. Maar ja, wát.
Ik heb wat geprobeerd met messing ets-werk, waar ik de vormen van de lampringen en dergelijke zo goed mogelijk in aangebracht had. Door die te solderen op een plaatje dat even groot was als het styreen-blokje, zou het redelijk vergelijkbaar geweest zijn met een Roco.

Helaas bleek het solderen moeilijker dan verwacht. Het mislukte vaak en was moeilijk recht te krijgen.
Op het beneluxspoorforum las ik iemand die een messing buisje een kort stukje boven de oppervlakte van het styreen uit liet steken, om zo een lamp-ring te imiteren. Stom! Dat ík daar niet op gekomen ben.

Een nadeel was de maat. Ik hield vast aan 2 millimeter als lampdiameter, daar de Roco dezelfde afmetingen heeft.
Buis met een binnendiameter van 2 millimeter en een buitendiameter van 2,6 of 2,5 millimeter vond ik alleen nergens, dus werd van een stukje buis met een oorspronkelijke buitendiameter van 3,2 millimeter een 2,5 millimeter dik buisje getrokken.

Messing buisjes. Links getrokken en ongeboord, rechts opgeboord en afgezaagd Voorzichtig per 5 millimeter diepte opboren met een boortje van 2 millimeter en vervolgens afzagen leverde mooi dunne stukjes buis op met de gewenste binnen- en buitendiameter.
De stukjes buis werden daarna met een schuurvijltje bijgewerkt en apart gelegd.

Het enige wat ik dan nog hoef te doen is de gaten in de lok opboren en de stukjes buis op hun plek te lijmen. Vervolgens kunnen de stukjes lichtgeleider (acryl staf) hun plaats vinden.

Hulpmiddel voor grip op boren van buis

Nadeel aan het boren was, zoals altijd, de grip op het buisje. Iedereen die wel eens messing buis heeft opgeboord en niet in bezit is van een draaibank weet waar ik het over heb.

Je kunt het buisje gewoon niet stevig genoeg vastpakken om 'doordraaien' in je vingers te voorkomen en in een bankschroefje klemmen levert vaak beschadigde of zelfs geplette buis op.

Schroefmachine met 2 millimeter boor die in messing buis van 2,5 mm boort, buis ingeklemd in kroonstrip Al snel vond ik daar wat op. Een vrij forse kroonstrip bleek een prima kracht-arm verlenger. Door het buisje geheel in een van de buitenste kroonstenen te stoppen en de 2 schroefjes stevig vast te draaien, kon ik het geheel goed vastpakken en gemakkelijk opboren, zonder dat ik de controle over het werkstuk verloor.
Je ziet de kroonstrip met links het buisje ingeklemd in de kroonsteen.

Ja, dit werkt echt stukken beter! Nu koste het me nog slechts enkele minuten per stukje buis in plaats van 10 minuten (op z'n minst!)

Helaas betekende de diameter van het messing buis ook dat ik in moest grijpen in de styreenblokjes die al een aantal jaar (ja, echt) de aanzet voor de frontseinen op de koppen vormden. De gaten daarin en de gaten in de kap waren 2 millimeter en moesten dus opgeboord worden naar 2,5 millimeter.

opgeboorde frontseinhouder van 2 naar 2,5 millimeter en afgebroken frontsein na poging opboren tweede gat Ik zag de bui al hangen... Gat nummer 1 ging goed.

En bij gat nummer 2 gebeurde wat ik verwachtte... Knak! Einde lijmverbinding en einde frontseinhouder (die scheurde aan de zijkanten)

In een poging te redden wat er te redden viel, probeerde ik iets anders bij de seinhouder die nog wel vast zat. Door een ruimer op te warmen met de soldeerbout en die gloeiend heet en al in het gat te steken, hoopte ik van 2 millimeter naar 2,5 millimeter te gaan, zonder al teveel mechanische krachten.

Het opruimen van het gat ging wel zolang ik duwde. Het was uit met de pret toen ik de ruimer voorzichtig terug trok. Styreen is geen PP of PE en plakte dus aan het metaal van de ruimer.

Gesmolten seinhouder na poging via verhitting gat op te ruimen en geboorde seinhouders aan de andere zijde De seinhouder liet half los en smolt aan de kant waar het minste materiaal aanwezig was. Nou ja, die heb ik uiteindelijk ook maar helemaal verwijderd. Op de foto nog voordat ik met een tangetje een einde maakte aan het werkstukje.

Aan de andere kant van de lok had ik meer 'geluk': het boren ging daar overal zonder afbrekende onderdelen gepaard. Het is duidelijk te merken dat de verf aan die kant verwijderd was voordat ik ging lijmen.

Helaas zijn de gaten niet netjes op 1 lijn komen te liggen. De boor heeft zich naar onderen of het midden 'getrokken' waardoor het resultaat niet naar mijn zin was. Daarnaast werd het derde frontsein wel heeel iel en smal.

Nieuwe seinhouders voor de Lima 1600 uit styreen, geklemd in de vingerbankschroef Van styreen maakte ik nieuwe exemplaren. Het boren daarvan was uitermate precies te doen met de kruistafel en een kleine kolomboormachine en was dus zo gebeurd.

Met een schuurbandje in de Proxxon werd de ruwe vorm aan het styreen gemaakt waarna ik met fijnere vijltjes aan de slag ging om de basisvorm aan te brengen.

De vingerbankschroef die ik kort hiervoor had gekocht bleek werkelijk een uitkomst. Het werkstukje bleef veel beter op z'n plek dan met de knijpers en andere zaken die ik in de loop van de tijd geprobeerd heb.

Printjes voor de verlichting

Achter de lichtgeleiders komen de (uiteraard) werkende front- en sluitseinen. Om dat mogelijk te maken gebruik ik niet, zoals in veel modellen, speciale LEDs met een lange schacht, maar SMD LEDs.

Twee printjes voor front- en sluitseinen, nog als 1 geheel en onbestukt Daar heb ik 2 printjes voor gemaakt, die je hiernaast nog als 1 geheel ziet. Daarop heb ik al rekening gehouden met onafhankelijk schakelbare front- en sluitseinen aan beide kanten.

Ook het stroombuffer verdient enige aandacht: ik denk er steeds meer aan om de stroomafname van het motordraaistel te schrappen. De wielen nemen slechts van 1 rail stroom op, wat niet veel toevoegt. Daarnaast scheelt het ook wat wrijving van de stroomafnamestrip die er zit.

Door het schrappen van de stroomafname neemt de lok dan van maar 2 assen stroom af, wat op wissels al snel tot problemen kan leiden en daarom komt er een forse elco in. Zelfs als er wel van alle 4 assen stroom opgenomen zou worden, zou ik overwegen een buffer te plaatsen. Het is en blijft een Lima.

Voor modellen waar de ruimte beperkt is kies ik voor Goldcaps. In dit model is echter ruimte zat. Na het wegknippen van wat nokjes in het dak, bleek een 25 Volt 15000 uF elco net te passen. Daarmee zit er ongeveer 7 keer zoveel capaciteit in als aanbevolen in de handleiding van de ESU-decoder.
De weerstand die voor het laden gebruikt wordt zal ik dan ook zeker vergroten, om een dodelijke inschakelstroom voor de decoder te voorkomen.

Wel blijf ik bij de huidige motor. Ik speelde nog met het idee er een cardan-aandrijving in te bouwen, maar zie daar toch vanaf vanwege de nogal ingrijpende operatie die dat is. Daarnaast loopt de Modeltorque-achtige motor prima, dus wat dat betreft hoeft er écht geen andere motor ingebouwd te worden.

Wordt vervolgd!